dinsdag 27 mei 2008

Ook de Hoge Raad meent dat een zware overtreding tijdens sport onder omstandigheden hetzelfde moet worden bestraft als zware mishandeling buiten sport

Inleiding
Elke vorm van sport kent een competitief element, hetgeen tevens de enorme belangstelling voor sport met zich meebrengt. In Nederland is voetbal bij uitstek de meest populaire sport en het competitieve element komt onder andere naar voren in de overtredingen, die in het voetbal altijd een onderdeel van het spel lijken te zijn geweest.

De laatste tijd is evenwel een trend te bespeuren in ernstige en grove overtredingen. De Arbitragecommissie van de KNVB heeft haar handen vol aan de beoordeling van grove overtredingen die zowel op prof- als amateurniveau op de Nederlandse voetbalvelden plaats vinden. In veel gevallen staat de directe uitgedeelde rode kaart niet in verhouding tot de gevolgen van de overtreding voor de getroffen speler. Dat de Arbitragecommissie van de KNVB thans veel meer te maken heeft met de behandeling van dit soort overtredingen, heeft wellicht te maken met het feit dat de belangen in de voetballerij veel groter zijn geworden. Het gaat niet alleen meer om de prijs, maar ook om financiële gevolgen voor zowel spelers als clubs, het behoud en de positie van sponsoren en de publieke belangstelling, of beter gezegd de publieke opinie.

De vraag is of de belangen inmiddels zo groot zijn geworden dat de term ‘voetbal is oorlog’ ook geldt voor datgene wat zich op het veld voordoet en niet alleen, zoals we gewend zijn, daarbuiten.

De kwestie Kokmeijer is hét voorbeeld van hoe vergaand de gevolgen voor een slachtoffer van een grove overtreding kunnen zijn. Iedere voetballiefhebber is bekend met zowel de beelden van de overtreding als de vreselijke gevolgen daarvan voor Kokmeijer. Over deze kwestie heeft inmiddels (op 22 april jl) ook het hoogste rechtscollege in Nederland, de Hoge Raad, zich uitgelaten, in een voor zowel de voetballerij als de sport in het algemeen, opzienbarende uitspraak.

17 december 2004
Sparta speelt een voetbalwedstrijd tegen Go Ahead Eagles. Na een incident in het strafschopgebied van Go Ahead Eagles, waar de scheidsrechter aan Sparta geen strafschop toekent, krijgt Kokmeijer, die zich buiten het strafschopgebied bevindt de bal toegespeeld. Kokmeijer wordt, nadat de bal door hem is gespeeld, met een sliding aangevallen door Sparta-speler Rachid Bouaouzan. Kokmeijer loopt, als gevolg van deze actie, een dubbele open beenbreuk op.

De scheidsrechter bestraft deze sliding met een rode kaart. De Arbitragecommissie van de KNVB legt hem 10 wedstrijden op, Sparta verhoogt deze sanctie en schorst hem voor de rest van het seizoen en tevens wordt naar aanleiding van de aangifte door Kokmeijer tegen Bouaouzan door het Openbaar Ministerie een strafvervolging ingesteld. Dat laatste is een unicum in de Nederlandse voetbalgeschiedenis.

Beslissing
De kernvragen die beantwoord moet worden, zijn – kortgezegd - of sprake is van voorwaardelijk opzet en of voor gedragingen in sport- en spelsituaties minder strenge eisen gelden als daarbuiten.

Deze vragen worden door zowel de Rechtbank Rotterdam in 2005 en als het Hof ’s-Gravenhage in hoger beroep in 2006 bevestigend beantwoord. In beide instanties wordt Bouaouzan veroordeeld tot een half jaar voorwaardelijke celstraf met een proeftijd van 2 jaar, de Rechtbank voegt daar zelfs 200 uur taakstraf aan toe.

Bouaouzan is het daar niet mee eens en vecht de uitspraak aan bij de Hoge Raad. Hij stelt dat hij Kokmeijer niet opzettelijk zwaar heeft verwond.

De Hoge Raad concludeert evenwel dat sprake is van een juiste rechtsopvatting door het Hof. Het Hof heeft geoordeeld dat de actie van Bouaouzan een flagrante overtreding van de regels van het voetbalspel oplevert, met als resultaat dat door het begaan van deze actie Bouaouzan de aanmerkelijke kans op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel heeft aanvaard. Gezien de ware aard van het vergrijp kan niet anders worden geconcludeerd dat Bouaouzan het risico heeft aanvaard dat hij Kokmeijer met zijn actie zwaar lichamelijk letsel zou toebrengen.

Tevens komt vast te staan dat de omstandigheid dat de gedraging is verricht in een sport- of spelsituatie, geen zelfstandige factor is bij de beoordeling. Hoewel gedragingen op het voetbalveld in beginsel op een andere wijze beoordeeld worden dan daarbuiten, is in dit geval van belang of het bewezenverklaarde kan worden gekwalificeerd als mishandeling.

Gevaarlijke gedragingen bij een sport- of spelsituatie moeten tot op zekere hoogte verwacht worden, terwijl bij een door duidelijke spelregels afgebakende sport juist die spelregels mede van belang zijn voor het bepalen van de grenzen van de wederrechtelijkheid.

Dit geldt in beginsel niet voor gedragingen die los staan van een spelsituatie, waarbij letsel wordt toegebracht. Echter bij gedragingen die wel in een spelsituatie plaatsvinden, kan een speler de spelregels op dusdanige wijze schenden en dermate gevaarlijk handelen dat van het ontbreken van wederrechtelijkheid geen sprake kan zijn.

Wat betekent deze uitspraak
Veelal werd verondersteld dat in een sport- of spelsituatie andere maatstaven gelden, wat aanvankelijk werd bevestigd door jurisprudentie, ingegeven door de overweging dat tot op zekere hoogte rekening gehouden moet worden met gevaarlijke gedragingen.

Aan deze gangbare redenering is door de uitspraak van de Hoge Raad definitief een einde gekomen. Dat sprake is van een sportsituatie is derhalve geen ontsnappingsmogelijkheid meer voor het ontwijken van strafrechtelijke aansprakelijkheid wegens een grove overtreding.

Interessant is tevens dat met deze uitspraak niet alleen een maatstaf is gegeven voor het voetbal, maar voor de sport in het algemeen. Nu de sporter voor zijn daden zowel arbitrair, civielrechtelijk als strafrechtelijk aangesproken kan worden, zal hij zich wellicht eerder bezinnen voor hij de grove overtreding begaat.

Overigens, in de Case Closed! van Ingelise Driehuis wordt erop gewezen dat strengere sancties wellicht de beste manier zijn grove overtredingen te voorkomen. Hierbij richtte zij zich met name tot de Tuchtcommissie van de KNVB. Uit het voorgaande volgt dat nu ook de strafrechtelijke aangifte een voetballer tot herbezinning kan brengen, alvorens de overtreding wordt begaan. Een relevante vraag blijft echter: Welke sanctie raakt de voetballer dieper in het (voetbal)hart: Een voorwaardelijke celstraf of een fikse schorsing…….

Geen opmerkingen: